We gebruiken cookies om je ervaring te verbeteren. Om aan de nieuwe e-Privacy richtlijn te voldoen, vragen we je om toestemming om cookies te plaatsen. Learn more.
Kerktoonladders
De kerktoonladders zijn belangrijke opeenvolgende tonen die samen een toonladder vormen. Wat veel mensen niet weten is dat ook de majeur en mineur toonladders kerktoonladders zijn.
De naam kerktoonladder stamt uit de tijd dat voor kerkmuziek 7 tonen per octaaf werden gebruikt. Dit waren de C, D, E, F, G, A en B. Alleen de witte toetsen zoals we ze nu kennen op de piano werden gebruikt.
De meest eenvoudige en voor de hand liggende toonladder is de ionische kerktoonladder. Deze toonladder krijg je als je op de C begint en dan alle opeenvolgende witte toetsen speelt. Deze toonladder is gelijk aan de hedendaagse majeur toonladder.
Als we een witte toets opschuiven naar rechts, de D dan hebben we de eerste toon van de Dorische kerktoonladder te pakken. Deze toonladder krijg je als je vanaf de D alle opeenvolgende witte toetsen speelt (D, E, F, G, A, B, C, D)
Op deze manier is het mogelijk om alle kerktoonladders te vormen:
- Frygische kerktoonladder – Begint op de E
- Lydische kerktoonladder – Begint op de F
- Mixolydische kerktoonladder – Begint op de G
- Aeolische kerktoonladder – Begint op de A
- Locrische kerktoonladder – Begint op de B
Voor de lezer die al verder heeft gedacht is al duidelijk geworden dat de Aeolische kerktoonladder hetzelfde is als de mineur toonladder.
Zo op het eerste gezicht lijkt het heel eenvoudig, gewoon de witte toetsen achter elkaar volgen en je hebt een kerktoonladder gemaakt. Maar er gaat wel degelijk meer achter schuil. De exacte startpositie van een kerktoonladder bepaalt ook hoeveel toonafstand er tussen de opeenvolgende witte toetsen zit. En hiermee is ook direct elke kerktoonladder anders. Neem bijvoorbeeld de Ionische kerktoonladder die begint op C. Van C naar D zit een hele toon. Van D naar E ook een hele toon. Van E naar F een halve toon. Van F naar G en van G naar A en van A naar B weer een hele toon en van B naar C een halve toon. Dat resulteert in: 1, 1, ½, 1, 1, 1, ½ . Dit is zoals al eerder aangegeven bekend als de majeur toonladder. Op deze manier heeft elke kerktoonladder zijn eigen toonafstandverdeling.
Omdat we tegenwoordig met een oktaaf van 12 tonen werken kun je nu met elke begintoon alle kerktoonladders maken. Zolang je je maar aan het toonafstandpatroon houdt.